%Nr: DS-93-01 %Auteur: Paul Dekker %Titel: Transsentential Meditations; Ups and downs in dynamic semantics Samenvatting: Het proefschrift van Paul Dekker behandelt een aantal fundamentele, theoretische en empirische kwesties in de dynamische semantiek van de natuurlijke taal. In de dynamsiche semantiek wordt de betekenis van zinnen niet primair gesteld in termen van wat zinnen in isolatie betekenen, maar in termen van een vermogen om zekere toestanden te veranderen. In het eerste hoofdstuk geeft Dekker een algemeen bruikbare, typetheoretische formulering van Groenendijk en Stokhof's dynamische Montague grammatica ({\em DMG}). Hij gebruikt een extensionele taal met een modeltheoretische interpretatie waarmee, als in de oorspronkelijke versie van {\em DMG}, op compositionele wijze een verantwoording kan worden gegeven van discourse representatie theoretische resultaten, zoals die betreffende intersententi\"ele anaphorische relaties tussen onbepaalde uitdrukkingen en anaphorische voornaamwoorden. Het tweede hoofdstuk bevat een diepgaande analyse van anaforische relaties in de natuurlijke taal die buiten de meer traditionele discourse representatie theoretische en dynamische kaders vallen. Dekker laat zien dat deze relaties, voor zover op intuitieve wijze representeerbaar in eerste orde systemen, verantwoord kunnen worden door middel van twee wijzigingen in het in het eerste hoofdstuk gepresenteerde interpretatie systeem. Die veranderingen behelsen (i) een verdere, gemotiveerde, structurele ophoging van het type van de interpretatie van zinnen, en (ii) een sophisticated vorm van dynamische negatie. Het hoofdstuk besluit met een overzicht van de logische eigenschappen van het systeem. Een van de voordelen van het verrijkte systeem is dat het middels verantwoorde afsluitingsoperaties weer terugebracht kan worden tot het oorspronkelijke systeem, en aldus kan de verantwoording van de behandelde, enigszins uitzonderlijke, anaphorische relaties beschouwd worden als een echte toevoeging aan die van de gebruikelijkere gevallen. In het derde hoofdstuk wordt deze laatste bevinding ter harte genomen, en worden de verrijkte vormen van dynamische interpretatie gepresenteerd als --via systematische regels-- afleidbaar van een allereenvoudigst statisch Montagoviaans interpretatiesysteem. Daarbij wordt gebruikt gemaakt van bestaande vormen van typeveranderende regels, die eenmaal geassoci\"eerd met een adequate interpretatie, de in het voorgaande hoofdstuk behandelde gevallen kunnen verantwoorden, en daarenboven nog veel complexere semantische zinsstructuren. Opmerkelijke conclusie tot slot is evenwel dat de flexibele aanpak van de uitzonderlijke anaphorische relaties, alsmede van de complexe semantische structuren, wellicht toch beter in een in beginsel eenvoudig dynamisch systeem kan plaatsvinden. In het vierde hoofdstuk wordt dan ook weer voortgeborduurd op de dynamische Montague grammatica van hoofdstuk 1. Dekker laat zien dat de technieken van dynamische interpretatie, met name ontwikkeld ter verantwoording van intersententi\"ele betekenisrelaties, ook bijzonder geschikt zijn voor de behandeling van intrasententi\"ele semantische relaties, met name de specificatie van zogeheten impliciete argumenten. Bestaande analyses van relationele nomina, van adverbiale bepalingen en van temporele relaties, kunnen op elegante wijze geherformuleerd worden met gebruikmaking van een in dynamsiche systemen voor de hand liggende operatie van `existenti\"ele ontsluiting', een soort omgekeerde vorm van de gebruikelijke operatie van existenti\"ele afsluiting. Het vijfde en laatste hoofstuk grijpt nog verder terug, en bouwt voort op Groenendijk en Stokhof's dynamische predicaat logica {\em DPL}, grofweg het eerste orde rudiment van de volledig getypte dynamische Montague grammatica. Voornaamste doel van dit hoofdstuk is het geven van een `update' semantiek voor dit systeem. In het resulterende systeem wordt de interpretatie van een zin gekenschetst als een update functie van informatiestadia, meer specifiek van (parti\"ele) informatie over (parti\"ele) objecten die in het verloop van een discourse ten tonele worden gevoerd. Het eerste orde systeem wordt vervolgens uitgebreid met kwantificerende uitdrukkingen, adnominale zowel als adverbiale (symmetrisch en asymmetrisch), en deze blijken op elegante wijze behandeld te kunnen worden. Voorts wordt de gebruikte structuur van informatie (-stadia) onderzocht op zijn formele eigenschappen, er volgt een uitweiding over informatieuitwisseling, en tenslotte wordt aangetoond dat de gebruikte informatiestadia kunnen worden opgevat als door parti\"ele objecten bewoonde parti\"ele werelden.