Rises and Falls. Studies in the Semantics and Pragmatics of Intonation Marie Nilsenova Samenvatting: Dit proefschrift bestudeert de betekenis en het gebruik van stijgende intonatie in het Engels en Frans. Het centrale thema kwam voort uit de algemeen geaccepteerde stelling dat er een karakteristieke vraag melodie in het Amerikaans-Engels bestaat. Maar de term 'vraag' (in tegenstelling tot 'interrogatief') bleek problematisch omdat sprekers hem op verschillende manieren interpreteren. Een extreme interpretatie is als taaluiting die een antwoord nodig heeft (deze interpretatie bevat dus imperatieven en vragen om een teken van (acknowledgment). Een andere extreme interpretatie is als zinnen met interrogatieve tekens. Deze bevinding ondermijnt reeds bestaande conclusies wat betreft de interpretatie van bepaalde contouren als 'vragen'. In dit proefschrift wordt in plaats daarvan een pragmatische definitie van vraaguitingen toegepast, gebaseerd op de kenmerkende functie van een interrogatief, namelijk het vragen om een evaluatief antwoord. Een aantal criteria worden geintroduceerd om in een gesprek uitingen die een evaluatief antwoord vragen te identificeren. Experimenteel onderzoek laat zien dat proefpersonen ook buiten de context declaratieve zinnen die om evaluatieve antwoorden vragen kunnen identificeren. Verder is er ook een verzameling contouren die de interpretatie faciliteren (ondanks het feit dat hun aanwezigheid noch noodzakelijk en evenmin voldoende is). Deze contouren kunnen het meest eenvoudig worden beschreven met behulp van Gunlogson's definitie van 'final rise'. In dit proefschrift worden ze beschreven met de brede ToBI notatie als de nucleaire L*H-H%, H*H-H% en L*L-H%. Het blijkt dat deze drie contouren de om een evaluatief antwoord vragende interpretatie beter voorspellen dan andere eigenschappen van de taaluiting (bijvoorbeeld de aanwezigheid van een hetero-cognitief predikaat, die in andere omstandigheden ook aan deze specifieke interpretatie verbonden is). Tenminste in deze zin is dus de betekenis van intonatie in geen opzicht zwakker dan de betekenis van woorden. Vervolgens onderzoek ik in dit proefschrift stijgende en vallende interrogatieve zinnen in het Amerikaans-Engels in hun gebruikscontext. Volgens reeds bestaande studies neigen vallende interrogatieve zinnen naar een positief antwoord in sommige contexten en naar een negatief antwoord in andere contexten. Deze discrepantie kan worden geanalyseerd door een beslistheoretische verklaring van het gebruik van polaire interrogatieve zinnen. Deze verklaring baseert op twee verschillende bias gevallen: een waarbij de spreker graag wil dat de bewering van dezelfde polariteit waar is, en een tweede waarin zij verwacht dat de bewering met de tegenovergestelde polariteit klopt (in beide gevallen leidt een affirmatief antwoord tot een hogere utiliteit dan een negatief antwoord). De beslistheoretische beschrijving kan echter niet alle data verklaren. Deze observatie werd verder bevestigd door een 'perceptual categorization task' die werd ontworpen om de samenhang tussen nucleaire melodie en het bias type te toetsen. Uit dit onderzoek bleek dat stijgende nucleaire melodie vaak geassocieerd wordt met de wens van de spreker dat het affirmatief antwoord waar is (desired state bias), warentegen de niet stijgende nucleaire melodie geassocieerd wordt met de informationele bias van de spreker naar een negatief antwoord. Deze empirische observaties wat betreft het gebruik van stijgende intonatie in declaratieve en interrogatieve zinnen werden gekoppeld aan een formalisering in de update semantics. Hierbij exploiteren wij de suppositie dat de taalwetenschappelijke hoofdinterpretatie van de stijgende nucleaire melodie onzekerheid (en niet vragen) is. In termen van de universele biologische codes voor toonhoogte interpretatie hebben wij hun linguïstieke en paralinguïstieke adaptatie dus uniform gehandhaafd; het vaak voorkomend vraageffect van stijgende declaratieve zinnen in een context werd afgeleid uit de maximes voor rationele conversatie. Dit voorstel gebruikt geen hybride categorie vraag/stijgende declaratieve zin maar het behandelt deze uitingen gewoon als declaratieve zinnen die een epistemische onzekerheidsoperator bevatten (namelijk de stijgende nucleaire melodie). Deze aanpak kan zowel het gebruik van stijgende taaluitingen (declaratieve en interrogatieve) in contexten verklaren die problematisch waren voor reeds bestaande theorieën, als ook de verbinding tussen beleefdheid en stijgende taaluitingen algemeen. Tenslotte rapporteren wij ook enkele preliminaire resultaten wat betreft stijgende nucleaire melodie in het Frans. In twee corpus studies vonden wij een significante relatie tussen deze melodie (uitgedrukt met behulp van de INTSINT notatie) en polaire vragen, maar ook discourse topic openings. De verbinding tussen stijgende melodie en topic openings was sterker dan de verbinding met vragen (dit suggereert het werken van de Effort Code), maar er was geen herkenbaar patroon om stijgende melodie bij vragen met topic openings te gebruiken. Hier was de conclusie dat er een gedetailleerder systeem voor intonatie transcriptie nodig is om deze vragen verder te onderzoeken. Keywords: