Samenvatting


In de studie van de betekenis van taal onderscheiden wij de letterlijke betekenis -- de betekenis die een uitdrukking heeft onafhankelijk van zijn gebruik -- en de betekenis die een uitdrukking kan krijgen door de situatie waarin de uitdrukking is gebruikt. Bijvoorbeeld, de zin Dit is mijn echtgenoot betekent letterlijk dat de aangewezen persoon in een bepaalde wettelijke relatie staat met de spreker. Maar als je deze zin in een bar gebruikt tegenover een man die behoorlijk lastig begint te worden, dan kan de zin in deze situatie ook betekenen dat je met rust gelaten wilt worden. De letterlijke betekenis van een uitdrukking noemen wij ook zijn semantische betekenis. De betekenis die een uitdrukking kan krijgen door de situatie waarin de uitdrukking wordt geuit heet zijn pragmatische betekenis.

Een centrale vraag in de studie van de betekenis van taal is waar precies de grenslijn tussen semantiek en pragmatiek moet worden getrokken. Voor veel concrete aspecten van de betekenis van uitdrukkingen is het nog niet duidelijk of we ze als deel van de letterlijke betekenis van de uitdrukking moeten begrijpen, of als een effect van de interactie met de uitings-contexts. In dit proefschrift worden drie bekende fenomenen bestudeerd waarvoor deze vraag nog open is. Voor alle drie de fenomenen wordt een concreet antwoord op de vraag voorgesteld in de vorm van een formeel uitgewerkte theorie, die het fenomeen als semantische of pragmatische inferentie verklaart.


Het eerste fenomeen dat we in dit proefschrift bestuderen is dat van de vrije keuze inferenties die vaak in verband met disjunctieve modale zinnen optreden. Bijvoorbeeld, een zin als (1) kan zo worden geïnterpreteerd dat de geadresseerde zowel een appel als ook een peer mag pakken. Hij heeft dus een vrije keuze tussen twee opties.


(1) Je mag een appel of een peer pakken.


Gangbare theoriën ter beschrijving van de semantische betekenis van (1) kunnen niet verklaren waar deze vrije keuze vandaan komt. In het tweede hoofdstuk van het voorliggende proefschrift bouwen wij voort op het idee, dat vrije keuze inferenties deel van de pragmatische betekenis van zinnen als (1) zijn. We analyseren deze inferenties als conversationele implicaturen in de betekenis van Grice (1989). Een van de centrale zwaktes van Grice's theorie over de conversationele implicatuur is dat als gevolg van zijn algemene karakter de theorie geen concrete voorspellingen kan maken. Daarom ontwikkelen we hier eerst een gedeeltelijke formalisering van Grice's theorie en laten dan zien dat de formalisering vrije keuze inferenties correct kan voorspellen.


Het tweede fenomeen dat in dit proefschrift wordt besproken is de speciale manier waarop we normaliter antwoorden op vragen interpreteren. Ter illustratie, Bart's antwoord in voorbeeld (2) wordt vaak begrepen als een volledig antwoord op de vraag van Anna: niet alleen als de bewering dat Jan en Marie op het feestje komen, maar bovendien dat zij de enige twee personen zijn die komen.


(2) Anna: Wie komen er op het feestje?

Bart: Jan en Marie.


Deze lezing van antwoorden wordt hun uitputtende of exhaustieve interpretatie genoemd. In het derde hoofdstuk van het proefschrift wordt een formele beschrijving van dit fenomeen voorgesteld dat voor vele bekende vragen over de exhaustieve interpretatie een antwoord biedt. We stellen voor om ook de exhaustieve interpretatie van antwoorden als pragmatisch fenomeen, in het bijzonder als conversationele implicatuur te analyseren. We laten zien dat de formalisering van Grice's theorie voor conversationele implicaturen voorgesteld in hoofdstuk twee ook de exhaustieve interpretatie van antwoorden als implicatuur voorspeld.


In de laatste drie hoofdstukken van het proefschrift wordt de betekenis van conditionele zinnen in het Engels besproken. In het bijzonder zoeken wij in dit gedeelte van het proefschrift een verklaring voor de schijnbare discrepantie tussen de vorm van Engelse conditionele zinnen en hun temporele eigenschappen. Bijvoorbeeld, in subjunctieve conditionele zinnen zoals (3) draagt het finite werkwoord in de eerste deelzin (de antecedent) een markering voor de verleden tijd (simple past). Maar deze deelzin kan niet worden geïnterpreteerd als verwijzend naar het verleden.


(3) If you asked him, Peter would help you.


In het proefschrift ontwikkelen wij een benadering van de semantische betekenis van Engelse conditionele zinnen die hun temporele eigenschappen compositioneel van de betekenis van hun delen afleidt. Dus, in tegenstelling tot de eerste twee onderwerpen van de proefschrift, is het in dit geval de semantiek die verantwoordelijk wordt geacht voor het fenomeen dat we willen verklaren.

Maar voordat we beginnen met het ontwikkelen van een compositionele semantiek voor tempus markeringen in conditionele zinnen, wordt in hoofdstuk vijf de logische relatie tussen antecedent (de door if ingeleide bijzin) en consequent (de hoofdzin) van conditionele zinnen onder de loep genomen. De reden is dat eerst enkele vragen over de interpretatie van in het bijzonder counterfaktische conditionele zinnen moeten worden beantwoord, voordat we aan een analyse van de temporele eigenschappen van deze zinnen kunnen beginnen. We ontwikkelen in hoofdstuk vijf een tijd-vrije semantiek voor formele zinnen van de vorm A > C, waarbij A en C voor de antecedent en de consequent van een counterfactische conditionele zin staan en > de conditionele connectief symboliseerd. Daarna wordt in hoofdstuk zes het tijd-vrije raamwerk uit hoofdstuk vijf uitgebreid met (i) een gedetailleerdere structurele analyse van conditionele zinnen die modale en temporele markeringen onderscheidt, en (ii) een compositionele theorie voor de interpretatie van de complexe logische vorm van conditionele zinnen. We laten zien dat deze uitbreiding een verklaring voor de in dit proefschrift bestudeerde temporele eigenschappen van conditionele zinnen oplevert.


Naast hun relevantie voor de discussie over de scheidslijn tussen semantiek en pragmatiek is er nog een ander aspect dat alle drie onderwerpen van het proefschrift delen. In alle drie gevallen wordt de interpretatie van zinnen beschreven met gebruik van minimale modellen. Ter verduidelijking, laten we aannemen dat we een functie I hebben die aan zinnen ψ van een formele taal L interpretaties toewijst. Meer in detail associeert de functie I elementen van L met deelverzamelingen van een klasse M van modellen voor L-zinnen. Dan kunnen we een sterkere interpretatie functie I* beschrijven, die zinnen ψ uit L op een subset van I(ψ) afbeeldt. Gegeven een ordering op M kunnen we deze deelverzameling bijvoorbeeld bepalen als de verzameling van ≤-minimale modellen in I(ψ) : I*(ψ) = Min(≤, I(ψ)).

Zulk versterkingen van een basis interpretatiefunctie staan centraal in de formele benaderingen van alle drie de fenomenen die in dit proefschrift worden bestudeerd: vrije keuze inferenties, exhaustieve interpretatie en de betekenis van conditionele zinnen in het Engels. In het tweede en het derde hoofdstuk worden minimale modellen voor het beschrijven van de pragmatische betekenis van zinnen gebruikt. Ze spelen een centrale rol in de formalisering van Grice's (1989) theorie van conversationele implicaturen die we in hoofdstuk twee voorstellen. In dit verband beschrijft de functie I de semantische betekenis van zinnen en is I* een versterking van de semantische betekenis met pragmatische informatie. In het tweede gedeelte van het proefschrift over temporele eigenschappen van conditionele zinnen worden minimale modellen al voor de formele beschrijving van de semantische betekenis van zinnen gebruikt. Zoals gebruikelijk in de literatuur nemen wij aan dat een conditionele zin met antecedent A en consequent C waar is in een mogelijke wereld w, als in alle mogelijke werelden waar het antecedent waar is en die het meest op w lijken ook het consequent waar is. Vergelijkbaarheid van mogelijke werelden wordt dan beschreven met behulp van een ordering ≤ tussen werelden: we zeggen dat wereld w1 kleiner is dan wereld w2 met betrekking tot wereld w als w1 meer op w lijkt dan w2. Ook in deze samenhang is I (een abstracte versie van) een semantische interpretatie functie. Maar ook I* is een semantische interpretatie functie: we beschrijven de operatie * als deel van de semantische betekenis van de conditionele connectief. Een centrale bijdrage van het werk gepresenteerd in dit proefschrift ligt in de manier waarop de vergelijkbaarheid van mogelijke werelden - en dus de operatie * - wordt beschreven. We stellen dat wetten, in het bijzonder causale wetten, hierbij een centrale rol spelen.