Modality in Typological Perspective Fabrice Nauze Samenvatting: Modaliteit is een breed taalkundig begrip. Het is een noemer onder welke allerlei betekenissen vallen en het kan door zeer verschillende grammaticale categorieen worden uitgedrukt. Denk bijvoorbeeld aan de volgende zinnen: (34) a. De deur moet op slot. b. Misschien is Jan thuis. In zin (34-a) noemt men de betekenis van het werkwoord moeten deontisch. De zin drukt een verplichting uit: dat de deur op slot moet. De betekenis van het bijwoord misschien in zin (34-b) wordt epistemisch genoemd. Het gaat hier om conclusies die kunnen worden getrokken op basis van kennis/informatie. Als we bijvoorbeeld langs het huis van Jan lopen en het licht zien branden kunnen we (34-b) concluderen. Andere belangrijke betekenissen die onder de noemer modaliteit vallen zijn capaciteit (over het vermogen om bepaalde acties uit te voeren) en doel-gerichte modaliteit (over mogelijke of noodzakelijke acties om een doel te bereiken). Bovendien kunnen niet alleen werkwoorden en bijwoorden modaliteit uitdrukken maar ook bijvoorbeeld bijvoeglijke naamwoorden, lexicale constructies, suffixen en enclitica (hoewel de laatste mogelijkheid niet aanwezig is in het Nederlands). De doelstelling van dit proefschrift is om modaliteit te bestuderen vanuit zowel een typologisch als een formeel semantisch oogpunt. Het typologische perspectief omvat hier het onderzoek naar modale systemen in verschillende talen en heeft als doel het ontrafelen van universele structuren daarin. Ik zal in het bijzonder laten zien dat er een universele beperking geldt voor combinaties van modale elementen. De resultaten van dit typologische onderzoek gebruik ik vervolgens als input voor de formele semantiek. Het proefschrift is als volgt ingedeeld. Ik begin het eerste hoofdstuk met een beknopte inleiding over de concepten en de belangrijkste begrippen binnen de typologie. Het tweede deel van dit hoofdstuk is gewijd aan het belangrijkste onderwerp van dit proefschrift, modaliteit. Ik presenteer een aantal typologieën van modaliteit ontwikkeld door (Palmer 2001), (Hengeveld 2004) en (van der Auwera and Plungian 1998) en kies uiteindelijk voor de laatste typologie als uitgangspunt voor het onderzoek naar modaliteit in het tweede hoofdstuk. Het tweede hoofdstuk omvat het onderzoek naar de modale systemen van zes talen: Nederlands, Gbe (cluster), Koreaans, Lillooet, Turks en Tuvaluaans. Hierbij geef ik voor elke taal afzonderlijk eerst een overzicht van de modale elementen en vervolgens neem ik het probleem van de modale combinaties onder de loep. In het laatste gedeelte van dit hoofdstuk zijn de resultaten samengevat en kom ik tot de formulering van een semantic universal over de combinaties van modale elementen. Het derde hoofdstuk gaat over de formele theorie van modaliteit. Ik bespreek hierin voornamelijk de theorie van Angelika Kratzer in (Kratzer 1976) tot (Kratzer 1991). In deze serie artikelen stelt ze een context-afhankelijke analyse van modaliteit voor. Nog steeds vormt deze de ruggengraat van de meeste semantische werken op het gebied van modaliteit. Met het oog op enkele interessante voorbeelden zal ik tevens ingaan op een aantal uitbreidingen van deze theorie geformuleerd door (Brennan 1993) en (von Fintel and Iatridou 2004). In het vierde hoofdstuk worden enkele problemen besproken waartegen de analyse van Kratzer, inclusief uitbreidingen, niet bestand is. De kwestie van de modale combinaties uit het vorige hoofdstuk zal hier met name problematisch blijken te zijn. In het vijfde hoofdstuk construeer ik een update semantics raamwerk voor modaliteit. Als basisprincipe heb ik de typologie van modaliteit uit het tweede hoofdstuk ge-implementeerd en de semantic universal over de combinaties van modale elementen ingevoerd als een beperking voor dit raamwerk. De verschillende typen van modaliteit opereren op verschillende plaatsen in deze semantische theorie (weliswaar op zeer gelijke wijze). Dit maakt het mogelijk om op een elegante manier de combinaties van modalen en ook het grootste gedeelte van de problemen van het standaard raamwerk te verklaren. Een ander belangrijk punt, tenslotte, is dat er een expliciete verbinding wordt gemaakt tussen doel-gerichte modaliteit en capaciteit.