Anaphora Resolved Floris Roelofsen ----------------------------------------------------------------------------- Deze korte samenvatting is bedoeld voor specialisten in het vak. Het voorwoord bevat een meer toegankelijke introductie, en elk afzonderlijk hoofdstuk is voorzien van een gedetailleerde samenvatting. ----------------------------------------------------------------------------- Dit proefschrift gaat over pronominale en proverbale anaphorische expressies in het Engels. Het eerste deel van het proefschrift evalueert, vergelijkt, en herziet een aantal van de meest prominente theorieen over pronominale anaphorische expressies die ontwikkeld zijn binnen de Generatieve Grammatica (Reinhart 1983, Heim 1998, Fox 1999, Buring 2005, Reinhart 2006). Er wordt aangetoond dat geen van deze theorieen alle relevante feiten verklaart. De theorieen van Reinhart (2006) en Fox (1999) worden herzien, gedeeltelijk voortbouwend op werk van Ruys (1994). De empirische problemen worden op die manier opgelost, terwijl de fundamentele aannames van de originele theorieen in tact worden gelaten. Echter, het tweede deel van het proefschrift werpt een aantal bezwaren op tegen deze aannames. Uiteindelijk wordt er een alternatieve theorie voorgesteld, die ervan uitgaat dat de betekenis van anaphorische expressies altijd contextueel bepaald wordt, en niet in sommige gevallen syntactisch gecodeerd is, zoals Reinhart en vele anderen veronderstellen. Een geunificeerde analyze van pronominale en proverbale anaphorische expressies wordt uiteengezet, en een nieuwe analyze van cascaded ellipsis, de Dahl puzzle, en Conditie B effecten wordt beschreven. Er wordt beargumenteerd dat de theorie vooruitgang boekt ten opzichte van andere recente voorstellen (Hardt 1999, Elbourne 2005, Schlenker 2005) en dat zij goed te combineren is met theorieen over informatie structuur en discourse coherentie (Rooth 1992, Schwarzschild 1999, Kehler 2002).