Modalities in Medieval Logic Sara L. Uckelman Samenvatting: Dit proefschrift is een oefening in conceptuele archeologie. Met behulp van instrumenten uit de moderne logica analyseren we teksten uit de middeleeuwse logica en reconstrueren hun logische theorieen door formele systemen op te bouwen waarin deze passen. Onze nadruk ligt op middeleeuwse teksten die verscheidene modaliteiten behandelen: de geschriften over alethische modaliteiten van Willem van Sherwood, Pseudo-Aquinas, en Thomas van Aquino in de 13e eeuw; de geschriften van Anselmus van Canterbury over facere en debere in de late 11e eeuw; Lambert de Lagny's 13e-eeuwse verhandeling over suppositio en het verband met moderne temporele logica; Roger Swyneshed's dynamische modaliteit van zelf-weerlegging, geschreven in de vroege 14e eeuw; en de verschillende wijzen van het Zijn die worden genoemd in opmerkingen over de Drieeenheid in een anonieme tekst uit de late Middeleeuwen. We vullen onze discussie over deze middeleeuwse teksten aan met een hoofdstuk over de betrekking tussen de kerk en de ontwikkeling van modale en temporele logica in de 13e en 14e eeuw, en twee bijlagen met Engelse vertalingen van verschillende bronteksten. We laten zien dat we met behulp van logische instrumenten die in de laatste drie decennia zijn ontwikkeld meer inzicht kunnen verkrijgen in de theorieen van de middeleeuwse logica, in het bijzonder die van de middeleeuwse modale logica, dan we vijftig of zeventig jaar geleden konden, toen het voornaamste instrument van de logicus nog de wiskundige logica van Frege en Russell was. Uiteraard werpt deze onderneming ook in de andere richting vruchten af: Wij geven aan waar middeleeuwse benaderingen van bepaalde filosofische of theologische problemen meer op hun plaats zijn dan gangbare hedendaagse benaderingen.