Modal Fixpoint Logic: Some Model Theoretic Questions Gaelle Fontaine Dit proefschrift bestudeert enkele model-theoretische aspecten van de modale \mu-calculus, een uitbreiding van de modale logica met kleinste en grootste dekpuntoperatoren. We verkennen deze aspecten via een `fijnstructuur' benadering van de \mu-calculus. Met andere woorden, we concentreren ons op speciale klassen van structuren en specifieke fragmenten van de taal. De methoden die wij gebruiken illustreren de vruchtbare interactie tussen de \mu-calculus en andere onderzoekgebieden, zoals automatentheorie, speltheorie en modeltheorie. Hoofdstuk 3 bewerkstelligt een volledigheidsresultaat voor de \mu-calculus over eindige bomen. Het volledigheidsbewijs van de \mu-calculus over willekeurige structuren staat bekend vanwege de moeilijkheidsgraad, maar eindige bomen staan ons toe een veel eenvoudiger argument te geven. De techniek die we gebruiken bestaat uit het combineren van een Henkin-stijl semantiek voor de \mu-calculus met modeltheoretische methoden geïnspireerd op het werk van Kees Doets). In hoofdstuk 4 bestuderen we de uitdrukkingskracht van de \mu-calculus op het niveau van frames. De uitdrukkingskracht van de \mu-calculus op het niveau van modellen (gelabelde grafen) is bekend, terwijl niets bekend is van het niveau van frames (ongelabelde grafen). In de setting van frames komen de propositieletters overeen met universeel gekwantificeerde tweede-orde variabelen. Ons voornaamste resultaat is een karakterisering van die monadische tweede-orde formules die op de klasse van bomen (gezien als frames) equivalent zijn met een formule van de \mu-calculus. In Hoofdstuk 5 laten we karakteriseringen zien van specifieke fragmenten van de \mu-calculus, waarvan de belangrijkste het Scott continue fragment en het volledig-additieve fragment zijn. Een interessant aspect van de continue formules is dat ze constructief zijn, dat wil zeggen, hun kleinste dekpunten kunnen worden uitgerekend in hoogstens \omega veel stappen. We geven ook een alternatief bewijs voor de karakterisering van het volledig-additieve fragment, een resultaat verkregen door Marco Hollenberg. Ons bewijs verloopt langs dezelfde lijnen als dat voor de karakterisering van het continue fragment. In het daaropvolgende hoofdstuk onderzoeken we de uitdrukkingskracht van een fragment van CoreXPath. XPath is een navigatietaal voor XML documenten en CoreXPath is geïntroduceerd om de logische kern van XPath te vatten. In Hoofdstuk 6 maken we gebruik van de nauwe verwantschap tussen CoreXPath en modale logica: door het combineren van bekende resultaten aangaande de \mu-calculus (één daarvan uit Hoofdstuk 5), verkrijgen we een karakterisering van een belangrijk fragment van CoreXPath. Ten slotte, in Hoofdstuk 7, ontwikkelen we automaten-theoretische hulpmiddelen voor co-algebraische dekpuntlogica's, dat wil zeggen, generaliseringen van de \mu-calculus naar het abstractieniveau van co-algebras. Co-algebras geven een abstract kader voor het wiskundig representeren van evoluerende systemen. We gebruiken deze hulpmiddelen om zowel de beslisbaarheid van het vervulbaarheidsprobleem als de kleine-model eigenschap voor co-algebraische dekpuntlogica's in een algemene setting te laten zien. We verkrijgen een dubbel-exponentiële bovengrens voor de complexiteit van het vervulbaarheidsprobleem.