Size Matters: Grounding Quantifiers in Spatial Perception Simon Pauw Samenvatting: Woorden zoals het Engelse many [veel] en few [weinig] zijn dualistisch van aard: hoewel traditionele analyses ze als kwantoor beschouwen (“many of the houses” [“veel van de huizen”]), gedragen ze zich ook als bijvoeglijke naamwoorden (“few /fewer houses” [“weinig/minder huizen”]). Feitelijk vallen dit soort termen syntactisch en semantisch samen met zowel kwantoren als bijvoeglijke naamwoorden. Waarom zijn ze niet ingeperkt tot één grammaticale klasse? Wat is de cognitieve basis voor hun dualistisch gedrag. En, hoe zou dit conceptuele en taalkundige dualisme hebben kunnen evolueren? Historisch bewijs doet vermoeden dat de dualistische syntaxis van deze termen (van nu af, gradable quantifiers [graduele kwantoren]) het gevolg zou kunnen zijn van een grammaticalisatieproces, waarbij ze onstaan als bijvoeglijke naamwoorden en later in kwantoren veranderen. Een bijvoorbeeld is de Engelse kwantoor few, dat afgeleid is van het Oudengelse bijvoeglijke naamwoord feawe. Dit proefschrift onderzoekt de hypothese dat dit grammaticalisatiepad het gevolg zou kunnen zijn van de cognitieve relatie tussen omvang en aantal. Het schatten van het aantal objecten in een verzameling (een cognitief proces dat ten grondslag ligt aan termen zoals few en many) hangt af van een combinatie van perceptuele kenmerken zoals de omvang en de dichtheid van de verzameling. Sommige van deze kenmerken (zoals omvang) liggen ook ten grondslag aan predicaten als big [groot] en small [klein] en sommige van deze kenmerken (zoals dichtheid), zijn exclusief van toepassing op verzamelingen. Deze cognitieve overlap tussen de concepten omvang en aantal zou de dualiteit van gradable quantifiers kunnen verklaren: het verband met omvang motiveert het bijvoeglijk gebruik, terwijl de exclusieve toepassing op verzamelingen het kwantificationele gebruik motiveert. Dit proefschrift beschrijft een reeks experimenten die de bovengenoemde hypothese onderzoekt in het kader van evolutionaire language games [taalspellen], waarbij robots zelf beschrijvingen ontwikkelen voor objecten (of, in dit geval, verzamelingen van objecten) in hun waargenomen omgeving. Dit model maakt het mogelijk de specifieke voorwaardes te ontdekken waaronder de hypothese stand houdt. Door robots toe te rusten met een mechanisme dat hen in staat stelt aantallen in te schatten aan de hand van de kenmerken omvang en aantal, laat ik zien dat zij inderdaad termen ontwikkelen met de geobserveerde dualistische eigenschappen. Een eerste reeks experimenten laat zien dat gradable quantifiers inderdaad ontstaan als bijvoeglijke naamwoorden door hun cognitieve overlap met omvangpredicaten zoals big en small. Een tweede reeks experimenten beschouwt de cognitieve overlap tussen gradable quantifiers en kwantoren. Deze experimenten laten zien dat deze cognitieve overlap ervoor zorgt dat de gradable quantifiers als kwantoren grammaticaliseren. Alles tezamen laat dit proefschrift zien dat de syntactische dualiteit van gradable quantifiers een onderliggende cognitieve dualiteit weerspiegelt. In algemenere zin maakt dit proefschrift duidelijk hoe het in acht nemen van cognitieve beperkingen inzicht kan geven in conceptuele en taalkundige dualiteit. Keywords: