Vragen in Context (Questions in Context) Thom van Gessel Samenvatting: Volgens het traditionele beeld in de semantiek is de betekenis van een zin gegeven door zijn waarheidscondities: die geven aan hoe de wereld eruit moet zien als de zin waar is. Deze dissertatie gaat over twee fenomenen die beide een verfijning van dit beeld vereisen: indexicaliteit en vragen. Waar indexicale expressies zoals ‘ik’, ‘jij’, ‘hier’ en ‘nu’ naar refereren hangt af van de context waarin ze worden gebruikt. Hierdoor kunnen de waarheidscondities van zinnen waarin indexicale expressies voorkomen verschillen per context. Vragen vormen een andere uitdaging: omdat die niet waar of onwaar zijn, kan hun betekenis niet gegeven worden in termen van waarheidscondities. Wat deze dissertatie laat zien is dat indexicaliteit en vragen, die tot nu toe alleen afzonderlijk van elkaar zijn bestudeerd, interessante wisselwerkingen met elkaar hebben. Een expressie is normaal gesproken contextafhankelijk als wat ermee gezegd wordt verschilt per context. Vragen kunnen echter ook op een andere manier contextafhankelijk zijn. Bijvoorbeeld, wat gevraagd wordt met ‘Wie ben ik?’ verschilt niet per context, maar bevraagt juist de context. Een ander fenomeen waarin vragen uniek zijn is dat ze indexicale antwoorden kunnen vereisen, terwijl ze zelf niet indexicaal zijn: in sommige omstandigheden moet de vraag ‘Waar is de gids?’ geïnterpreteerd worden als ‘Is de gids voor of achter ons?’ in plaats van ‘Wat is de absolute positie van de gids?’. Deze dissertatie ontwikkelt een semantisch raamwerk dat deze observaties kan verklaren. Dit wordt gedaan door inzichten van twee tradities in de semantiekliteratuur te combineren: aan de ene kant, twee-dimensionale semantiek, waarin contextafhankelijkheid wordt behandeld, en aan de andere kant inquisitieve semantiek, een theorie die is ontworpen om op een uniforme manier met vragende en declaratieve zinnen om te gaan. Het resulterende raamwerk kan gebruikt worden om te laten zien hoe vragen over zaken als identiteit, die geacht worden noodzakelijk te zijn, toch cognitief significant kunnen zijn, en hoe vragen die a priori beantwoord kunnen worden over contingente feiten kunnen gaan. De logische eigenschappen van de basisversie van dit raamwerk worden onderzocht, en een correcte en volledige axiomatisering van de logica wordt gegeven.