Causaliteit en Modaliteit: Modellen en Betekenissen Dit proefschrift heeft tot doel twee vragen te beantwoorden over causale beweringen (zoals zinnen die ‘cause’ of ‘because’ bevatten). Ten eerste de modelleervraag: wat voor soort informatie gebruiken we wanneer we beoordelen dat een causale bewering geldt? Ten tweede de betekenisvraag: onder welke voorwaarden oordelen we dat een causale bewering waar is? Ons antwoord op de modelleervraag is dat een causaal model tijd, deel-geheel–structuren en algemeen geldige mogelijkheid moet bevatten. Het model geeft scenario's weer als verlengd in de tijd, waar elk moment in de tijd een mereologische structuur heeft (de mereologische structuur vertelt ons bijvoorbeeld dat de toestand van Amsterdam deel uitmaakt van de toestand van Nederland). Het begrip algemeen geldige mogelijkheid specificeert voor welke werelden het algemeen geldig is dat ze mogelijk en onmogelijk zijn; met andere woorden, welke werelden aan de wetten voldoen en welke niet. Daarnaast moet het model ook twee taalgerelateerde componenten bevatten. Voor elke zin moet het model ons vertellen over welke delen van de wereld het gaat, en in welke werelden de zin waar is. We laten zien dat dit modelleringskader strikt algemener is dan een populair alternatief, dat van structurele causale modellen. Elk structureel causaal model kan in ons raamwerk worden weergegeven, en daarom geldt dat ons raamwerk altijd een scenario kan weergeven, als structurele causale modellen dat ook kunnen. Het omgekeerde geldt echter niet. Er zijn enkele scenario's die het door ons voorgestelde model kan weergeven, maar die structurele causale modellen niet kunnen weergeven. We gebruiken deze componenten om te analyseren hoe mensen hypothetische alternatieven voor de werkelijkheid construeren. Algemeen wordt namelijk aangenomen dat de waarheid van een oorzakelijke bewering niet alleen afhangt van wat er in de werkelijke wereld gebeurt, maar ook van wat er in sommige hypothetische scenario's gebeurt. Als we bijvoorbeeld “Alice missed her flight because she got stuck in traffic” evalueren, stellen we ons scenario's voor waarin ze vastzit in het verkeer en scenario's waarin dit niet zo is, en vergelijken we wat er in elk scenario gebeurt. Vervolgens analyseren we de semantiek van ‘cause’ en ‘because’ in termen van twee relaties: toereikendheid en productie. De betekenis van ‘cause‘ en ‘because‘ is een combinatie van deze relaties: ‘C cause E’ en ‘E because C’ zijn waar slechts als C waar is, en als C voldoende is om E te produceren, maar de ontkenning van C niet.