Begrensde rationaliteit (bounded rationality) heeft twee interpretaties: een ruime en een beperkte. In de ruime interpretatie refereert begrensde rationaliteit aan het fenomeen dat actoren (agents) een beperkte hoeveelheid cognitieve middelen en vaardigheden hebben. In de beperkte interpretatie refereert begrensde rationaliteit aan de term die door H. A. Simon geïntroduceerd is. Hij gaat uit van een beslisprocedure voor rationele actoren die niet alle mogelijke handelingen kennen, noch hun precieze gevolgen, en niet beschikken over een volledige preferentie ordening voor deze gevolgen. In dit proefschift zal ik verschillende logicas voor actoren met een begrensde rationaliteit presenteren en bespreken. Met betrekking tot de ruime interpretatie van begrensde rationaliteit zal ik mij concentreren op het fenomeen van geloofsafhankelijkheid (belief dependence) in een meedere-actoren omgeving, hierbij refeert geloofsafhankelijkheid aan het fenomeen dat bepaalde actoren afhankelijk zijn van andere met betrekking tot hun geloof, kennis, of informatie, als gevolg van hun eigen beperkingen. De beperkte interpretatie van begrensde rationaliteit zal ik toespitsen op de bestudering van handelingslogicas (action logics) voor actoren met H. A. Simons begrensde rationaliteit. Deze studie mondt uit in de ontwikkeling van een formele taal voor de sociale wetenschappen, met name voor organizatietheorieën. Het proefschrift is verdeeld in twee delen: Deel I "Logics for Belief Dependence" en Deel II "Action Logics for Agents with Bounded Rationality". Deel I bestudeert logicas voor geloofsafhankelijkheid, en een studie van begrensde rationaliteit in de ruime interpretatie. Deel II bestudeert handelingslogicas voor actoren met begrensde rationaliteit in de beperkte interpretatie. In Deel I behandelt Hoofdstuk 2 de termen rationaliteit en begrensde rationaliteit, onderzoekt de varianten van begrensde rationaliteit, en bespreekt het belang van hun toepassing. Een syntax voor geloofsafhankelijkheidslogicas wordt ingeroerd, en een algemeen scenario voor het formalizeren van geloofsafhankelijkheid wordt gepresenteerd. In Hoofdstuk 3, worden meerdere logicas voor geloofsafhankelijkheden voorgesteld. Ik laat zien dat de voorgestelde logicas voldoende uitdrukkingkracht hebben voor de formalizering van communicatie tussen meerdere actoren met beperkte informatie. Hoofdstuk 4 introduceert de semantische modellen voor deze logicas. Ik beweer dat algemene epistemische en doxatische logicas niet geschikt zijn om met geloofsafhankelijkheid om te gaan. Vervolgens stel ik meerdere semantische modellen voor, vergelijk deze modellen, en bespreek onder welke omstandigheden deze modellen kunnen worden toegepast. In Hoofdstuk 5 bestudeer ik de geloofsdynamica in het raamwerk van geloofsafhankelijkheid. Gebruik makend van de geloofsafhankelijkheidslogicas stel ik een mechanisme voor om te berekenen hoe een actor een keuze kan maken uit verschillende geloofsherzieningsalternatieven, zoals geloofswijziging, -uitbreiding, verwerving, en -behoud. In Hoofdstuk 6 bestudeer ik een probleem dat door W. Schoenmaker geïntroduceerd is, en dat karakteristiek is voor de bestudering van informatievergaring uit meerdere bronnes. Een algemene benadering voor het formalizeren van het probleem van informatieverwerving uit meerdere bronnen wordt gepresenteerd. Een aantal begrippen met betrekking tot Schoenmakers’ probleem, zoals "absolute-zekerheid", "zekerheid", en "sterke-zekerheid", worden formeel gedefinieerd. Bovendien, gebruikmakend van de logica voor geloofsafhankelijkheid, wordt er een begrip voor "bijna-zekerheid" gedefinieerd, dat een redelijke en acceptable strategie voor het Schoenmakers probleem oplevert. In Hoofdstuk 7 worden uitbreidingen op de geloofsafhankelijkheidslogicas besproken, en worden de conclusies van Deel I geformuleerd. Deel II begint met Hoofdstuk 8 waarin ik algemene ideeën over handelingslogicas voor actoren met begrensde rationaliteit in het kader van een formele taal voor de sociale wetenschappen presenteer. In Hoofdstuk 9 wordt de term "preferentie" onderzocht, en wordt onderscheid gemaakt tussen vier vormen van preferentie relaties, te weten "actuele-preferentie", "ceteris-paribus-preferentie", "conditionele-preferentie", en "absolute-preferentie". Bovendien geef ik zowel syntactische als semantische kenmerken van deze preferentie relaties. Tenslotte worden de corresponderende logicas beschouwd. In Hoofdstuk 10 wordt een eenvoudig systeem voorgesteld, dat preferentie logica, herzieningslogica (update logics), en propositionele dynamische logica combineert. De gezondheid en volledigheid van dit systeem wordt bewezen. Bovendien worden handelingen die aanleiding geven tot minimale veranderingen bestudeerd. Hoofdstuk 11 behandelt een multi-modale predicaat-logische versie van ALX logica. In dit hoofdstuk presenteer ik enige aspecten van het toepassen van meerdere-actoren handelingslogicas. Ik bospreek een aantal voor de hand liggende toepassingen van ALX voor een formele theorie van sociale actoren (social agents), en laat zien dat de ALX3 logica inderdaad genoeg uidrukkingskracht heeft voor zinvolle applicaties.