Monotonicity in Intensional Contexts: Weakening and Pragmatic Effects under Modals and Attitudes Jialiang Yan Samenvatting: Modaliteit neemt een centrale positie in binnen de vakgebieden van formele semantiek en modale logica. Dit proefschrift richt zich op epistemische en bouletische modaliteiten en heeft als doel verschillende vraagstukken met betrekking tot monotoniciteit in modale contexten aan te pakken. In de dissertatie worden twee hoofdonderwerpen onderzocht. Het eerste betreft een systematische en geïntegreerde benadering om puzzels met betrekking tot monotoniciteit in intentionele contexten die zich manifesteren als empirische fenomenen in natuurlijke taal te verklaren, Bij deze puzzels lijken monotone inferenties onder modale en attitudewerkwoorden ongepast te zijn, wat de monotone semantiek van modaliteiten ter discussie stelt. Deze dissertatie suggereert dat deze puzzels voortkomen uit pragmatische effecten die worden veroorzaakt door de typisch ongespecificeerde aard van conclusies die bereikt worden door monotone redenering. In Hoofdstuk 4 wordt een uitgebreide analyse en een uniforme verklaring voor dit probleem voorgesteld. De tweede focus van dit proefschrift is de studie van modaliteit. Het proefschrift maakt gebruik van epistemische en bouletische modaliteiten als voorbeelden om te onderzoeken of en hoe de puzzels met betrekking tot monotoniciteit invloed hebben op de semantische en logische eigenschappen van de modaliteiten. Ten eerste worden de interacties tussen kennis, overtuigingen en epistemische mogelijkheden (uitgedrukt door het Engelse hulpwerkwoord might) systematisch onderzocht. In Hoofdstuk 2 wordt BSEL (Bilateral State-based Epistemic Logic) voorgesteld, waarin de concepten van weten en geloven van een epistemische mogelijkheid worden verkend. Specifiek wordt het fenomeen van epistemische might onderzocht en hoe de niet-klassieke eigenschappen ervan interageren met de monotoniciteit van weten en geloven. In Hoofdstuk 3 breiden we onze discussie uit naar situaties met meerdere subjecten, met als doel te onderzoeken hoe epistemische modaliteiten zich gedragen in multi-agent contexten. Deze uitbreiding wordt gemotiveerd door de waarneming dat epistemische might perspectiefgevoelig is. Bijgevolg kunnen verschillende subjecten claims met betrekking tot epistemische might op verschillende manieren evalueren, waardoor de rol van “agentschap” in hun interpretatie moet worden meegenomen. Hoofdstuk 5 verlegt de focus naar de bouletische modaliteit (wens) en stelt een nieuwe logica van verlangen voor die causale inferentie incorporeert. Deze voorstelling combineert het ‘betterness’ model van voorkeurslogica met het causale model van causale inferentie, resulterend in een verlangen-causaliteitsmodel. Bovendien is er een volledige logica ontwikkeld voor dit model. In deze dissertatie wordt de behandeling van monotoniciteit en modaliteit niet los van elkaar uitgevoerd, maar veeleer vanuit het oogpunt van hun interactie. Dit onderzoek biedt inzicht in de relatie tussen logica en taal, semantiek en pragmatiek. De bevindingen dragen bij aan ons begrip van deze onderling verbonden domeinen.